‘Onze varkens krijgen een soort Yakult’
Vroeger was het heel normaal. De boer melkt, de vrouw maakt kaas en de restanten gaan naar de varkens. Theo Korevaar uit het Zuid-Hollandse Brandwijk legt hiermee eigenlijk in een notendop uit hoe zijn bedrijf, dat hij runt met zijn vrouw Jonette, broer Gerard en schoonzus Tineke, in elkaar zit.
De familie Korevaar boert sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in de Zuid-Hollandse polder, onder de rook van Sliedrecht. Via ruilverkaveling ontstond in het dorpje Brandwijk een mooi vierkant bouwblok waarop vader en moeder Korevaar in 1980 een melkstal voor zestig koeien met ruime weilanden van in totaal 25 hectare eromheen.
,,De ruilverkaveling was goed voor de structuurverbetering in dit gebied”, zegt Jonette Korevaar. ,,Er kwam met overheidsgeld geld vrij en er werden wegen en natuur aangelegd. Boerderijen in dit gebied konden worden verplaatst. Voorheen was het één groot drassig gebied met slingerweggetjes en liep het hier gewoon dood. De ontwikkelingen van destijds hebben de Alblasserwaard een mooie voorsprong gegeven op gebieden waar dit niet is gebeurd.”
Vier maanden na de bouw van de woning en de stallen overleed Theo’s vader op vrij jonge leeftijd. „Aanvankelijk namen mijn oudere broers Teus en Gerard de boerderij over”, vertelt Theo Korevaar, uitkijkend over de uitgestrekte polder. Teus besloot in 1994, – Theo was toen 23 – echter naar Canada te emigreren, waardoor hij bij broer Gerard in het bedrijf kon stappen.
Inmiddels telt het bedrijf 40 hectare land, tachtig koeien, een aantal stuks jongvee en 440 vleesvarkens. Deze stapel verdrievoudigen ze binnenkort als ze de moderne varkensstal met plek voor bijna 1250 vleesvarkens in gebruik nemen. De varkens komen op een gewicht van 23 kilo en verlaten het bedrijf op een geslacht gewicht van 90 kilo. Vion slacht de dieren.
Tweederde van de melkproductie à 700.000 kilo verkazen Gerard en zijn vrouw Tineke in de eigen kaasmakerij. Wekelijks verlaat zo’n kleine 1000 kilo kaas het erf. Het overige deel van de melk leveren ze aan FrieslandCampina. De kaas, die bij PLUS-supermarkten in het schap ligt onder de merknaam Boeren Goudse, komt van weidende koeien. ,,Gras geeft zachter vet waardoor de kaas een zachtere smaak krijgt”, zegt Theo Korevaar.
De wei die bij de kaasproductie voeren ze straks op de drinknippel in het voersysteem met Groba Speedfeeders aan de varkens. Dit gebeurt in de eerste twee maanden na aankomst van de varkens op het bedrijf. De arbeidsintensiteit verlaagt flink voor Korevaar. ,,Nu moet ik nog steeds zelf met een emmer voeren. In deze nieuwe stal gaat het volautomatisch via de vijzel.”
Uniek
Hoewel nu vrij uniek, was het voeren van wei aan de varkens volgens Korevaar vroeger heel gewoon op gemengde bedrijven. ,,De varkens kregen de restanten van de kaasproductie”, weet hij.
Voor het toedienen van de wei heeft de veehouder wel een ander leidingencircuit moeten aanleggen. ,,We hebben in de nieuwe stal een driedubbele leiding: een voor het water, een voor de wei en een voor het medicineren. Onze varkens krijgen straks, zeg maar, een yakult-achtig drankje bij hun voer.” Volgens de varkens- annex melkveehouder gedijen de dieren er goed op. ,,Het is heel goed voor de darmen, de dieren zijn gezonder en er is minder uitval. Daardoor kunnen we minder antibiotica gebruiken.” Het voeren van wei is overigens niet voor alle varkenshouders geschikt, omdat die veelal geen eigen kaasmakerij bezitten. ,,Als ik dit zou doen zonder eigen productie, lopen de kosten nogal op.”
Combiwasser
De nieuwe vleesvarkensstal, die tijdens een open dag op vrijdag 13 april (zie kader) door iedereen kan worden bezichtigd, voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en aan de fiscale MIA-Vamilregelingen.
Korevaar koos voor een systeem van ondergrondse luchtinlaat via grondkanalen. De lucht wordt in de kanalen op natuurlijke wijze verwarmd, waardoor de verse lucht minder koud (en in de zomer minder warm) de afdelingen in komt. Voordeel is dat er minder verwarming nodig is en de ventilatoren op warme dagen minder hoeven te draaien.
,,De invloed van buiten wordt hierdoor geminimaliseerd”, zegt Korevaar. Groot voordeel daarvan is dat de kans op luchtweginfecties bij de varkens duidelijk wordt verminderd. Door het gebruik van de biologische combi-luchtwasser wordt ook de ammoniak, geur- en fijnstofuitstoot flink gereduceerd. Een frequentieregelaar zorgt voor een optimaal gebruik van de ventilatoren waardoor energie bespaard wordt. De moderne toepassingen in de stal zijn voor de Zuid-Hollander een logische stap in de verdere ontwikkeling van zijn bedrijf. ,,Nu kun je een slag maken”, qua automatisering en duurzaamheid
Hoewel het varkensbedrijf verdrievoudigt, heeft de buurt geen bezwaar gemaakt tegen de bouw van de varkensstal. ,,Ons bedrijf ligt in een varkensarm gebied, waardoor de kans op dierziekten niet zo groot is”, licht echtgenote Jonette toe. ,,Daarnaast hebben wij de buurt zo vroeg mogelijk deelgenoot gemaakt van onze plannen en ligt onze stal achter een oude schuur, waardoor deze niet beeldbepalend is. We zijn ook nog van plan er struikgewas omheen aan te leggen om het een groener karakter te geven.” Ander voordeel is volgens haar dat de wind vaak de polder in waait, waar geen mensen op korte afstand wonen.
Jonette is – zo geeft Theo toe – wel de drijvende kracht achter de open dag. Zij vond het met name al in een vroeg stadium belangrijk dat iedereen kan komen kijken op het bedrijf en ziet wat er allemaal wordt gedaan om de overlast zo veel mogelijk te beperken.
bijzonder
De familie Korevaar vindt het bijzonder om bezoekers de drie takken van het bedrijf te kunnen laten zien. ,,Mijn broer Gerard en ik zijn de melkveehouders, ik de varkenshouder Tineke en Gerard de kaasmakers en Jonette doet alles met de computer”, licht Theo de werkverdeling op het bedrijf toe.
Zelf vindt hij het prettig dat er drie bedrijfstakken zijn. ,,Het is ook een beetje risicospreiding en je moet als boer van drie dingen iets afweten.” De melkveehouderij blijft volgens Theo echter de hoofdtak. ,,Daar steken we de meeste tijd in en dat moet ons ook het meeste inkomen opleveren.” Er zijn dan ook plannen om de koeienstal te moderniseren. ,,We zijn er nog niet. We trekken steeds een paar jaar uit voor de volgende ontwikkeling.”
Caroline van der Plas
Foto’s: Fotopersburo Busink