De melkveehouderij is onze hoofdtak.
- 95 melkkoeien
- 50 stuks jongvee
- 40 ha grasland
Kalfjes die net geboren zijn komen in één van de eenlingboxen. De kalfjes kunnen zo een gezonde start maken. Deze hokjes worden na ieder kalf goed schoon gemaakt. Ziektekiemen krijgen zo weinig kans.
Deze kalfjes krijgen 2x per dag melk. De eerste dagen is dat de biest van de moeder. Biest is de eerste melk nadat een koe gekalfd heeft, deze biest is belangrijk voor het afweer van het kalf. Na enkele dagen krijgt het kalfje melkpoeder.
De stierkalfjes en kalfjes die geen goede verwachtingswaarde hebben worden na twee weken verkocht. De kalfjes die blijven, verhuizen naar de in 2020 gerenoveerde kalverstal.
Vanuit de eenlingboxen, gaan de kalveren in stro-hokken. Naar mate ze ouder en groter worden schuiven steeds op naar een groter hok, met grotere ligplekken. Als de pinken ongeveer 1 jaar oud zijn gaan ze naar de naar de ligboxenstal.
Ligboxenstal.
De koeien kunnen vrij rondlopen, er is de hele dag te eten en te drinken. De stal is zo licht mogelijk. Koeien houden van licht en frisse lucht.
De ligboxstal is van 1980, daarom was het nodig om wat aanpassingen te maken om het klimaat en het koecomfort te vergroten. Om de stal fris te houden en goed te ventileren zijn de zijmuren tot boxhoogte open gemaakt. De koeien kunnen weer naar buiten kijken.
Bij zeer extreme kou of slagregens zijn de openingen gedeeltelijk of geheel te sluiten met een rolzeil.
Een nok moet open zijn voor voldoende luchtafvoer. Daarom is de onderkant van de lichtkoepel verwijderd. De nok laat nog steeds veel daglicht in de stal, maar voorkomt ook dat er regenwater op de voergang komt.
Voeding
De basis van een goede melkproductie is een goed rantsoen. Runderen hebben behoefte aan smakelijk en kwalitatief goed ruwvoer. Een koe eet per dag ongeveer 60 kilo ruwvoer. ‘s Zomers is dat vooral vers gras, ‘s winters hoofdzakelijk kuilgras, aangevuld met maïs en krachtvoer. Gras kunnen we zelf in voorzien, de maïs wordt aan gekocht. Het groeiseizoen van het ruwvoer is erg belangrijk voor de voederwinning. Er moet voldoende en goed voer gewonnen worden om ook in de winterperiode een goed rantsoen samen te kunnen stellen.
Het is nodig om de componenten energie, eiwit en structuur goed af te stemmen op de melkproductie van de koe. Om het rantsoen te optimaliseren worden indien nodig luzerne of hooi en mineralen toegevoegd.
Voor het samenstellen van een goed rantsoen is veelal hulp van een voedingsdeskundige nodig. Deze stelt met gegevens over de ruwvoerkwaliteit, melkproductie, voermethode en onze wensen rantsoenen voor de diverse diergroepen samen.
Het melken
De 80 melkkoeien worden 2x per dag gemolken in een 2×6 melkstal in visgraat opstelling (bouwjaar 2001). De melkstellen zijn van type Harmony van het merk DeLaval. Melkmeting vindt plaats d.m.v. indicatoren. De melkinrichting is voorzien van automatisch afname apparatuur.
In de krachtvoerboxen wordt door de computer over de hele dag kleine porties krachtvoer verstrekt. Deze hoeveelheid is afhankelijk van de hoeveelheid melk die de koe geeft.
Verzorging
Een koe geeft alleen melk als ze zich prettig voelt. In de stal is dus rekening gehouden met de wensen van de koe.
- Zachte matrassen in de boxen
- Een koeborstel
- 3 ventilatoren
Ruwvoerwinning
We hebben ± 40 hectare grasland, wat we ‘s zomers beweiden met de melkkoeien en het jongvee. We kuilen vrijwel alles en hooien enkele hectares voor het jongvee.
Grasland
We hebben ± 40 hectare grasland. De grondsoort is veen. Veengrond moet met zorg behandeld worden. Bij iedere bewerking klinkt het in. ‘s Zomers weiden we de koeien overdag en wisselen we beweiden en maaien af. Dit is minder schadelijk voor de grasmat dan alleen maaien. De bemesting moet goed zijn en slootkanten moeten netjes enz..
Fokkerij
Ons fokbeleid staat geheel in dienst van ons eigen melkveebedrijf. De belangrijkste punten waar op gelet wordt bij de stierkeuze is dus melkproductie en de vererving van de gehaltes. Het eiwitgehalte krijgt bijzondere aandacht, want hoe meer eiwit, hoe meer kaas te maken is per kg melk. Uiteraard letten we daarna op de kenmerken van de koe, soms is correctie van het uier nodig, soms benen, ontwikkeling kan ook nooit kwaad. En in sommige gevallen moet de vruchtbaarheid doorslag geven.